DE BOUW VAN HET KLOOSTER WORDT UITGESTELD. |
Boek 9 - KAP. 27 LATIJNSCHE TEKST, 33 ZWEEDSCHE TEKST. |
Gods Zoon spreekt: “Daar deze koning mijn warmte niet zoekt maar in de koude blijft en zijn handen blijft onteeren, zal hij niet voor mij bouwen als Salomon en zijn leven niet eindigen als David. En men zal hem niet gedenken zooals men mijn beminden Olof gedenkt, en hij zal niet gekroond worden zooals Erik, mijn vriend. Hij zal de rechtvaardigheid leeren kennen, nu hij geen barmhartigheid wenscht. En ik zal de aarde beploegen met vonnis en droefheid, opdat haar bewoners zullen leeren bidden om erbarming. Maar wie mijn klooster bouwen zal, en wanneer hij komen zal, dat zal u bekend worden ; maar in hoever dit in dit leven is of niet, dat is u niet toegestaan te weten.” |