OP WEG NAAR AMALFI.
Boek 9 - KAP. 99 LAT. TEKST

Toen de heilige Birgitta van Rome zou gaan naar het graf van den heiligen Andreas, den apostel, in het rijk Sicilië, kon zij ten gevolge van allerlei ziekte niet verder komen dan Bari. En daar het in den adventstijd was, gedurende welken zij placht te vasten, en er vele zieken waren onder haar gezelschap en men onderweg geen visch kon krijgen, bad zij God dat het hun toegestaan zou worden om vleesch te eten en dat de zieken het vasten mochten laten zonder God te vergrammen, of de omgeving te ergeren.
Toen openbaarde Christus zich en zeide: “De visch is zeer koud, en het jaargetijde niet zeer warm, de weg is moeilijk en bergachtig, en gijlieden zijt ziek. Eet daarom wat gij krijgen kunt, want ik sta boven alle beloften. En wat dient tot Gods glorie en tot het nooddruftig onderhoud van het lichaam zal niet als zonde aangerekend worden.”