GODS WOORDEN DOOR BIRGITTA VERKONDIGD ZULLEN NIET VERANDERD WORDEN.
ZESDE BOEK, KAP. 100.

Toen de bruid van Christus vreesde, dat de woorden dezer boeken, die haar door God ingegeven en geopenbaard zijn, veranderd zouden worden, of ook maar op eenige wijze verwrongen door boosaardige menschen, sprak Christus tot haar, toen zij in haar aandachtige gebeden verzonken was, en zeide: “Ik heb twee armen. Met den eenen omhels ik den hemel en al de dingen die er in zijn, met den anderen omhels ik de aarde en de zee. Den eersten arm strek ik uit naar mijn uitverkorenen in den hemel en op aarde, hen eerende en verblijdende.

Den anderen strek ik uit over de boosheid der menschen, die ik barmhartig verdraag en die ik terughoud, opdat zij niet al het kwaad doen dat zij zouden willen doen. Daarom, vrees niet! Want niemand zal in staat zijn mijn woorden te veranderen, maar zij zullen komen in de stad en bij het volk, dat mij behaagt. Toch zult gij weten, dat deze woorden als olie zijn, en daarom moeten zij zacht gemaakt worden en uitgedrukt en gewreven, soms door de afgunstigen, soms door hen, die ze willen kennen, opdat mijn geduld verspreid zal worden en zichtbaar.