Gods Zoon spreekt tot Zijn bruid zeggende: De arend ziet van omhoog, wie zijn jongen kwaad wil doen, en vliegt er heen om hen te waarschuwen. Zoo voorzie ik de dingen, die nuttig zijn. Daarom zeg ik soms blijft en soms zeg ik gaat. En omdat de tijd nu daar is, gaat naar de stad Amalfi, naar mijn apostel Andreas, wiens lichaam mijn tempel was, met alle deugd versierd. Daarom is daar (de voorraadkamer der geloovigen) hulp voor de zondaars.
Want, zij die met geloovig gemoed naar hem toe komen, worden niet alleen van zonden bevrijd, maar zullen ook in eeuwigheid overvloedige vreugde genieten. En dit is niet verwonderlijk, want hij schaamde zich niet over mijn kruis maar droeg het met ootmoed. En daarom schaam ik mij niet hen te ontvangen en aan te hooren, voor wie hij bidt. Want zijn wil is mijn wil. Maar als gijlieden bij hem geweest zijt, keert dan spoedig naar Napels terug en blijft er tot aan mijn geboortedag.
De bruid antwoordde: O Heer, onze tijd verloopt, en ouderdom en ziekte naderen, en hulp uit de wereld en geld verminderen. Onze Heer zeide: Ik ben de Schepper der natuur, de Heer en Hersteller; Ik ben ook een hulp in nood en een beschermer en gever. Want evenals hij, die een geliefd paard heeft, zijn vruchtbare weide niet spaart, voor het voedsel van het paard, doe ook ik, die alles heb e niets noodig heb. En ik zie en beschouw de gemoederen val alle menschen. Ik gaf die mij beminnen den lust om weldaden te bewijzen aan mijn vrienden, opdat zij beter worden door de gebeden van goede menschen en ter wille van hen.
|