EEN MONNIK TRACHT BIRGITTA ALS KRANKZINNIG VOOR TE STELLEN.
ZESDE BOEK, KAP. 92.

In de tegenwoordigheid van de bruid van Christus, bracht een monnik den koning van Zweden en diens raadslieden een boek, genaamd Vitae patrum, waarin te lezen stond, dat velen in de war raakten door te vele en te onredelijke onthouding. En daarom zeide hij dat hij bang was dat de bruid van Christus waarschijnlijk op dezelfde wijze in de war geraakt was.

Toen zij daarop in gebeden verzonken was, hoorde zij Christus tot haar zeggen: “Zeide de monnik u, dat vele heilige mannen door de duivel bedrogen werden? Voorwar, die “woordzak” zeide wat hij wilde en niet wat hij moest. Want geen van mijn vrienden is ooit krankzinnig geworden die mij op verstandige wijze liefhad, maar zij die zich beroemden op hun rechtvaardigheid en onthouding, die zich boven anderen stelden en niet luisteren wilden naar de ootmoedigen, die werden krankzinnig.

En omdat deze monnik zich tegen mij beriep op het boek der heilige vaderen, wier opvolger hij is, daarom zal ik mij beroepen op het boek mijner rechtvaardigheid tegen hem, opdat hij, die nu geroemd wordt om zijn wijsheid, voor mijn wijsheid verschijne en dan zal hij gewaar worden, dat de wijsheid niet bestaat in verheven en wijze woorden, maar in een rein geweten en in waren ootmoed. O, wat wijken deze kloosterboeders af van de voetsporen huns vaders, die de omvergeworpen schuttingen wederom oprichtten en als mensch de wegen der volmaaktheid bewandelden.”