HET GEBED VAN SINT-DIONYSIUS VOOR FRANKRIJK.
ACHTSTE BOEK, KAP. 26.

Toen ik alleen was en bad tot God, zag ik, hoe de Heilige Dionysius tot de Heilige Maria sprak, de moeder Onzes Heeren, en zeide: “Gij zijt de Koningin der barmhartigheid, aan wie alle medelijden gegeven is. Gij zijt de moeder Gods geworden, opdat de ongelukkigen gered zouden worden. Erbarm u daarom over Frankrijk, het uwe en het mijne, het uwe omdat enkelen harer inwoners u eeren volgens hun vermogen, het mijne, omdat ik hun Beschermheilige ben en zij vertrouwen in mij hebben.

Gij ziet, hoe de zielen in voortdurend gevaar zijn en hoe de menschen als dieren worden gedood. En wat zwaarder en harder is: ontelbare zielen dalen als sneeuw naar de hel. Help hen daarom en bid uw Zoon voor hen, want gij zijt de heerscheres en hulp aller menschen.” De moeder der barmhartigheid antwoordde: “Ga naar mijn Zoon en laat Zijn bruid, die hier bij staat, hooren wat Hij zal antwoorden.”