Ik ben de Schepper van de hemelen, de aarde en de zee en van alles wat zich hierin bevindt. Ik ben één met de Vader en de Heilige Geest, niet als een god van steen of goud, zoals mensen ooit zeiden, en niet verschillende goden, zoals mensen toen dachten, maar een God, Vader, Zoon en Heilige Geest, drie personen maar één in de goddelijke natuur, de Schepper van alles, maar door niemand gemaakt, onveranderlijk en almachtig blijvend, zonder begin of einde.
Ik ben hij die werd geboren uit de Maagd, zonder verlies van mijn goddelijkheid, maar verenigd met de menselijke natuur, zodat ik in een persoon de ware Zoon van God en de Zoon van de Maagd kan zijn. Ik ben het die aan het kruis hing, stierf en werd begraven; echter bleef mijn goddelijkheid intact.
Hoewel ik stierf door de menselijke natuur en het lichaam dat ik, de enige Zoon, had genomen, leefde ik toch door in de goddelijke natuur waarin ik één God was samen met de Vader en de Heilige Geest.
Ik ben dezelfde man die uit de dood is opgestaan en ten hemel opsteeg, die nu met je spreekt door mijn geest. Ik heb je gekozen en tot bruid genomen om je zo mijn geheimen te laten zien, omdat het me behaagt dit te doen. Je bent ook met recht de mijne geworden, daar je je wil hebt overgegeven aan mij toen je echtgenoot overleed. Na zijn dood, heb je nagedacht en gebeden hoe je arm kon worden omwille van mij en je wilde alles opgeven voor mij. Dus heb ik een terechte aanspraak op je.
In ruil voor deze grote liefde van je, past het gewoon dat ik voor je zorg. Daarom neem ik je tot mijn bruid om met u dat geestelijk genot te smaken, het soort dat geschikt is voor God en een kuise ziel.
Het past de bruid gereed te zijn wanneer de bruidegom beslist om het huwelijk te hebben, zodat ze netjes gekleed en rein kan zijn.
Je wordt rein als je steeds indachtig bent hoe ik u reinigde van Adams zonde door het doopsel en hoe vaak ik je heb gesteund en heb behouden toen je in zonde verviel en hoe vaak ik lankmoedig en geduldig met u geweest ben, wanneer je in zonde verviel. De bruid moet ook de tekenen van de bruidegom op haar borst dragen, Ik bedoel, je moet de gunsten en voordelen in gedachten houden die ik voor je heb doen toekomen, zoals hoe nobel ik je geschapen heb door je een lichaam en ziel te geven, hoe nobel ik je heb verrijkt door je gezondheid en aardse goederen te geven, hoe teder en liefdevol ik je heb gered toen ik voor je stierf en je het koninkrijk der hemelen weer als erfdeel gaf, als je het wilt hebben. De bruid moet ook de wil van haar bruidegom vervullen. Wat is mijn wens, behalve dat je mij wilt liefhebben boven alle dingen en niets anders dan mij wil?
Ik schiep alles ter wille van de mens en maakte hem alles onderdanig. Toch heehft hij alles lief behalve mij en haat hij niets behalve mij. Ik heb zijn erfenis, die hij verloren had teruggekocht, maar hij is zo vervreemd geraakt en zo onverstandig, dat hij liever de vergankelijke eer, die niets anders is dan het bruis of schuim van de zee, dat het ene moment opstijgt als een berg maar terstond verdwijnt en vervliegt, verkiest boven de eeuwige glorie, waarin het eeuwige goed is.
Daarom mijn bruid, indie je buiten mij niets anders begeert en alles ter wille van mij veracht, niet alle kinderen en familieleden, alsmede rijkdom en eer , zal ik je het kostbaarste en heerlijkste loon schenken.
Ik zal je geen goud of zilver geven als uw loon, maar mezelf als uw bruidegom, die de koning van de glorie is. Als je je schaamt om arm en versmaad te zijn, bedenk dan hoe jouw God je voorging, toen zijn dienaren en vrienden hem verbanden van de aarde, want ik zocht niet naar vrienden op aarde, maar vrienden in de hemel. Als je bevreesd en bang bent om belast te zijn door arbeid en ziekte, bedenk dan hoe pijnlijk het is om in het vuur te branden. Wat zou je verdienen als je een aardse meester zoals mij had beledigd?
Want, hoewel ik van je hou met heel mijn hart, zou ik toch niet, in geen enkel opzicht en ook niet in het allerminst onrechtvaardig zijn, indien ik het gehele lichaam boeten liet, voor wat het lichaam misdreven had. Maar vanwege je goede wil en je vastberadenheid om te verbeteren, zet ik mijn oordeel om in een van genade, en scheld ik je de zware straf kwijt in ruil ter wille van ene geringe beterschap. Omhels om deze reden je kleine problemen met een goed gemoed, zodat je gereinigd kunt zijn van zonden en je grotere beloning sneller zult bereiken. Het is goed voor de bruid om te zwoegen samen met de bruidegom, zodat zij met des te meer vertrouwen met hem mag uitrusten.
|