De woorden van de Maagd tot de bruid waarin ze haar eigen verdriet en het lijden van Christus beschrijft, en over hoe de wereld was verkocht door Adam en Eva en terug gebracht werd door Christus en zijn Maagdelijke Moeder. |
BOEK 1 – HOOFDSTUK 35 |
Maria sprak: "Overweeg het lijden van mijn Zoon, dochter. Het voelde alsof zijn ledematen mijn eigen ledematen en hart waren. Net zoals andere kinderen gewoonlijk in de baarmoeder gedragen worden, zo was hij ook in mij. Hij was echter ontvangen door de vurige barmhartigheid van Gods liefde, terwijl anderen zwanger raken door de vleselijke lust. Zijn neef Johannes zei dus terecht: “Het Woord is vlees geworden.” Hij kwam en was in me door liefde. Het Woord en de liefde schiepen hem in mij. Hij was voor mij als mijn eigen hart. Dit is waarom het voor me voelde alsof de helft van mijn hart geboren werd en uit me ging, toen hij geboren werd. Toen hij leed, voelde het alsof mijn eigen hart leed. Als iets half buiten en half binnen is en het deel dat eruit is wordt gekweld, voelt het innerlijke deel dezelfde pijn. Op dezelfde manier was het alsof mijn eigen hart werd gegeseld en verwond toen mijn Zoon werd gegeseld en verwond.
|