De Vader zei tegen de Zoon: “Ik kwam met liefde tot de Maagd en ontving je ware lichaam van haar. Je bent dus in mij en ik in jou. Zoals vuur en hitte nooit gescheiden zijn, zo is het ook onmogelijk om je goddelijkheid van je menselijke natuur te scheiden.” De zoon antwoordde: “Alle lof en eer komt u toe Vader! Moge uw wil in mij geschieden en de mijne in u.” De Vader antwoordde hem weer. “Kijk, mijn Zoon, ik vertrouw je deze nieuwe bruid toe als een schaap om geleid en gevoed te worden. Zoals een herder, dan krijg je kaas van haar om te eten en melk om te drinken en wol om te dragen. Wat betreft jou, bruid, je moet hem gehoorzamen. Je hebt drie taken: je moet geduldig, gehoorzaam, en bereid zijn”.
Toen zei de Zoon tegen de Vader: “Uw wil komt met macht, uw macht met nederigheid, uw nederigheid met wijsheid, uw wijsheid met genade. Moge uw wil, die is en altijd zal blijven zonder begin of einde, geschiede in mij. Ik zal haar tot me verwelkomen in mijn liefde, in uw macht, in uw leiding van de Heilige Geest, zijn we niet drie goden maar één God.” Toen zei de Zoon tegen zijn bruid: “Je hebt gehoord hoe de Vader je als een schaap tot me heeft toevertrouwd. Je moet daarom eenvoudig en geduldig zijn als een schaap en voedsel en kleding produceren.
Drie mensen zijn in de wereld. De eerste is helemaal naakt, de tweede heeft dorst en de derde heeft honger.
De eerste staat voor het geloof van mijn kerk en hij is naakt omdat iedereen bloost om te spreken van geloof en mijn geboden. En als sommige mensen spreken, worden ze geminacht en voor leugenaars uitgemaakt. Mijn woorden die uit mijn mond komen, dienen het geloof aan te kleden als wol. Net zoals wol op het lichaam van een schaap groeit door hitte, zo komen mijn woorden ook je hart binnen door de hitte van mijn goddelijke en menselijke natuur. Ze kleden mijn heilig geloof in het testament van de waarheid en wijsheid en ze bewijzen dat wat nu als betekenisloos wordt beschouwd, waar is. Dit heeft tot gevolg dat de mensen die tot nu toe lauw over het kleden van hun geloof in daden van liefde zijn geweest zich zullen bekeren wanneer ze mijn woorden van liefde horen en ze zullen opnieuw worden aangestoken om te spreken in geloof en handelen met moed.
De tweede persoon staat voor die vrienden van mij die een dorstig verlangen hebben om mijn eer geperfectioneerd te zien en zijn bedroefd dat ik geminacht wordt. De zachtaardigheid die ze in mijn woorden voelen zal hen een grotere liefde voor me schenken en samen met hen zullen anderen, die nu dood zijn, aangestoken worden in mijn liefde, wanneer ze van mijn barmhartigheid horen die ik aan de zondaars heb geschonken.
De derde staat voor degenen die in hun hart denken alsvolgt: “Als we maar wisten,” zeggen ze, “de wil van God en op welke manier we moesten leven en als we maar leerden over de goede manier van leven, zouden we graag doen wat we konden.” Deze mensen zijn hongerig om mijn weg te kennen, maar er is niemand om hen gerust te stellen, omdat niemand hen precies toont wat te doen. Zelfs als hen wordt getoond wat te doen, leeft niemand er precies naar. Derhalve lijken de woorden dood voor hen, omdat niemand er volgens hen naar leeft. Om die reden zal ik ze zelf laten zien wat ze moeten doen en zal ik ze vullen met mijn liefelijkheid.
Tijdelijke dingen, waar iedereen naar op zoek lijkt te zijn nu, kunnen de menselijke natuur niet gerust stellen maar slechts het verlangen aansporen om meer en meer dingen te zoeken. Mijn woorden en mijn liefde stelt de mens echter gerust en vult hen met overvloedige troost. En zo ook jij, mijn bruid, die een van mijn schapen bent, zorg ervoor dat je geduldig en gehoorzaam blijft. Je bent terecht de mijne en moet daarom mijn wil vervullen. Een persoon die de wil van een ander wil volgen moet drie dingen doen: Ten eerste, dezelfde geest als de ander hebben; ten tweede, dezelfde daden verrichten; ten derde, wegblijven van de vijanden van de anderen. Wie zijn mijn vijanden als niet de trots en elke zonde? Je moet daarom van ze wegblijven, als je mijn wil wilt volgen.
|